Jisk Heslinga (1895-1970)


Dirigent van 1921-1945
Met Jisk Heslinga heeft het koor weer een Fries onder de Friezen. Daarbij is hij thuis in de muziekwereld. Hij bekleedt een functie in de Bond van Friese Zangkoren, waar hij samenwerkt met zijn voorganger Willem Zonderland. Als jonge man was hij lid van het Jong Frysk Sjongkoor. Hij is pas 26 als een langjarige verbintenis met het Gemengd Koor begint. Behalve dit koor dirigeert hij ook It Ljouwerter Kritekoar.
Onder Heslinga’s directie beleeft Gemengd Koor Heerenveen in de jaren 20 een bloeitijd.

Concerten

1923: Die Jahreszeiten  

1924: delen uit ‘Joshua’  en 'Israel in Egypt' (Trauerhymne en Cecilien-ode)  

1927: Das Lied von der Glocke van Max Bruch en in november tweemaal de Messiah van Handel, in het Posthuis.
1929: Operette Franchement de Marchkramer *)

Soms moest hij zijn gehoor letterlijk  bij de les houden: ‘Willen de dames niet na de pauze al naar huis gaan?’

Vanaf 1928 wordt begonnen met de vorming van een Jubileum-concertfonds. In dat jaar besluit de ledenvergadering voor dit doel de maandelijkse contributie met fl. 0,10 te verhogen. Het jubileum wordt gevierd in 1930. Het koor bestaat 60 jaar, en het aantal leden is tot over de 100 gestegen. Met een prachtige uitvoering van ‘Die Jahreszeiten’ begint het nieuwe decennium. Soliste: onder anderen Jo Vincent. 

Jaren 30
Na het jubileum treedt, parallel aan de economie, een teruggang in.  Het ledental daalt. Mede daardoor komt de ‘Paulus’ in 1932 niet goed tot zijn recht. Voor de uitvoering van ‘Samson’ in 1934 moet zelfs versterking van een koor uit Sneek gevraagd worden.
In 1936 sluit het ‘Gemengd Koor Heerenveen’ zich aan bij de Maatschappij ter bevordering van de Toonkunst. Vanaf dat moment mag het koor zich met trots noemen ‘Toonkunstkoor Heerenveen’. 
In datzelfde jaar wordt de Messiah van Handel uitgevoerd.
De repetities worden verplaatst naar de ‘Nieuwe Schouwburg’ want: ‘voor consumpties wordt daar een lagere prijs berekend’. Wat voor afwegingen een bestuur al niet maakt.

Oorlogsjaren
In 1941 krijgt het bestuur de dwingende boodschap lid te worden van de Kulturkammer. Het bestuur voelt daar niets voor, en laat de koorleden  allemaal bedanken. Het gaat ondergronds, en er worden geen notulen meer gemaakt. Desondanks blijft een grote kern (ex-)leden contributie betalen voor het honorarium van de dirigent.  Maar als het koor in 1945 ‘herrijst’, bedankt Heslinga...

Bron: Archief TKKH Reina Wijbenga

*) Over 'Franchement de Marchkramer' vermeldt het Toonkunstarchief niets. Research heeft niets opgeleverd. Wie iets weet over deze operette mag zich melden:

 

Onze sponsors:

Login voor leden

Als lid van het Toonkunstkoor hebt u toegang tot het besloten deel van de website. U kunt hieronder inloggen met deze gegevens.